1. De ik-verteller
Voor de keuken en de serre hebben Olga en ik nieuwe lampen gekocht. De werklieden zijn klaar. Nu heb ik de tijd om die op te hangen. Eerst haal ik de armatuur uit de doos. Het montagevoorschrift begrijp ik. Dan maar even passen. “Olga, kom eens kijken. Ik kan de lamp zo hangen. Ik kan de lamp ook zo hangen. Wat denk je”? Wat ik ook probeer, het afdekplaatje blijft zichtbaar. Hoe los ik dat op? Als ik nu eens, …….
Ik pruts wat met kroonsteentjes, snoer, een sierplaatje. Op de schaal van geluk tot chagrijn daalt mijn humeur en het blijft dalen.
2. De alwetende verteller
Dit zou weer zo’n verrassende zondag worden. Opgewekt was hij uit bed gestapt met het vaste voornemen nu eens zonder problemen en netjes een lamp op te hangen. Hoe anders zou de dag eindigen! Zijn aanpak is onovertroffen. Eerst haalt hij de armatuur uit de verpakking. Hij leest de installatievoorschriften. Eitje, denkt hij. Voor de zekerheid past hij eerst en vraagt Olga om mee te kijken. Dat wordt niks. Zie hem nu prutsen met kroonsteentjes, snoer en sierplaatje. Naar zijn humeur hoef je niet te raden.
3. Het enkelvoudig personaal perspectief
Wat gaan we doen vandaag, vraagt zijn vrouw. “Ik denk dat we de lamp maar moeten gaan ophangen”. “Dat is een goed idee”. Hij haalt het armatuur uit de verpakking en leest de installatievoorschriften. Dat zou moeten kunnen. Hij vraagt zijn vrouw om even mee te kijken naar de juiste plaats aan het plafond. Dat levert een verrassing op. Wat hij ook probeert, er blijft een deel van het afdekplaatje te zien. Hoe los ik dat op, vraagt hij zich af. Hij krijgt een idee en prutst wat met kroonsteentjes, snoer en sierplaatje. Het resultaat knaagt behoorlijk aan zijn humeur.
4. Het meervoudig personaal perspectief
Chris stapt opgewekt uit bed. Echt een dag voor wat klusjes in huis, denkt hij. De lamp in de serre ophangen, daar is het een uitgelezen dag voor. Enthousiast bestudeert hij het montagevoorschrift, pakt zijn gereedschap en gaat aan de slag. “Olga, kijk je even”?
Fijn, denkt Olga. Nog even en dan hangt er eindelijk een lamp naar mijn zin in de serre. Zou ik nog moeten helpen? Daar heb je het al. Of ik even wil kijken. Dat wordt niet mooi zo. Daar moet hij toch echt iets op verzinnen.