Kerstmarkt

Een wijsje klinkt voortdurend in mijn hoofd. Ik lispel “Plaisir d’amour”. Ik slenter door de stad. Overal branden lichtjes. De wind is guur. Ik merk het niet. Ik slenter niet alleen. Olga loopt voor me. Vrienden zijn bij ons. Talloze mensen omgeven ons. Zij gaan in dezelfde richting of tegenovergesteld. Het tempo verschilt. Warm licht komt uit de huisjes. Een bonte mengeling van geuren en kleuren verspreidt zich tussen ons.

Draaimolens draaien. Het reuzenrad wentelt lila rond. Kinderen kijken blij, soms wat benauwd. “Mag ik in de raket”? “Die diplosaurus, daar wil ik op”. “Mama, blijf je bij me”? Het licht wordt rood. Kunstige pirouettes en andere schuivers vertoont de jeugd. Een paartje gaat voetje-over. Innig gearmd zijn ze samen in de drukte.

Tussen de lampjes is van alles te koop. Tegen de kou vind je Noorse mutsen, Canadese oorwarmers, Nepalese bodywarmers en Belgische glühwein, Nederlandse jenever en Franse champagne. Natuurlijk is er houtsnijwerk uit heel veel landen en er zijn beeldjes, mobiles, sieraden, muziekinstrumenten. Poffertjes en wafels, frieten en warme worst, zuurkool en appelbeignets, warme chocola en gehaktballen passeren in steeds wisselende volgorde mijn neus.

Iedereen kijkt zijn ogen uit. Ieder heeft het naar zijn zin. Zelfs de kleintjes in hun wandelwagens kijken opgetogen vanonder hun mutsje op naar de broeken en panty’s, die hen omgeven. Soms lijkt de beweging op te houden. Dan staan we stil met een koutende, deinende, soms bijna schuifelende massa. Dan, als bij afspraak, houdt de saamhorigheid op en zijn we weer individuen.

Langzaam bewegen we ons naar het grote plein met de stal, waarin een man, een vrouw, een kind, een os, een ezel en drie koningen; het plein met de grote groene spar getooid met talloze lampjes; het plein met het renaissancestadhuis, waarop gespeeld wordt, waarmee gespeeld wordt en dat ook zelf lijkt te spelen en te dansen. Ik kijk met ademloze verwondering. Flitslichtjes omringen me. De kleuren veranderen van warm geel tot helder blauw, van paars in rood, van groen naar goud. Vioolmuziek bepaalt het ritme. Een drinklied beëindigt het spel voor vandaag.

Morgen zullen andere mensen hetzelfde beleven. En overmorgen weer andere, totdat het nieuwe jaar ons tot de orde roept.