Joueurs de Cartes

 The cardplayers

Naam, adres, woonplaats

De man op het schilderij is Karel Canard. Hij woont op de Bergsebaan 164, 4708 PC Roosendaal. Op dat adres is een café, waarvan Karel de uitbater is. Sommige van zijn vrienden typeren hem overigens meer als uitvreter.

 Uiterlijke kenmerken

Karel is te herkennen aan het grijs/witte brandende kokertje op zijn onderlip. Niemand heeft ooit gezien dat dit er niet zat. Verder heeft hij oplettende oogjes en een stentorstem. (Het interieur van zijn café omvat uitsluitend stukken, die zijn stemgeluid kunnen weerstaan). Karel is altijd in pak. Dit draagt bij aan de stellige indruk dat Karel een winnaarstype is, dat ze ook in de mouw en achter de elleboog heeft. Het achterste van zijn tong is dan ook niet te zien.

 Hobby’s

Karel heeft drie hobby’s, die het merendeel van zijn tijd opslurpen. De belangrijkste hobby is wel strippoker. Met zijn echtgenote, Clara Canard geboren Vreugdevol, speelt hij vele uren.Hij verzamelt ook flessen. In tegenstelling tot zijn echtgenote is Karel vooral geïnteresseerd in mini-exemplaren. Geregeld komen vrienden langs met flessen, die zij hebben gevonden. Omdat Karels verzameling uitsluitend lege flessen omvat, worden volle flessen eerst samen soldaat gemaakt. Dat dit de vriendschap zeer versterkt, zal duidelijk zijn. Een bijzondere en onverwachte hobby is het uitvinden van niet bestaande spelletjes, waarin strippoker en drankflesjes altijd een rol spelen.

 Gezin

Karel en Clara hebben samen één dochter: Catootje. Als papa en mama het te druk hebben met strippoker, mag Catootje met de flesjes spelen. Ondanks haar prille leeftijd kleedt ze zich zeer volwassen. Ze vindt het jammer dat mama en zij geen kleren kunnen ruilen. Later misschien? Voor papa gaat ze door het vuur. Zij is de enige, die zijn stemgeluid in kan tomen.

 Huiselijke omstandigheden

Het gezin woont in het café. Hun woonkamer is de gelagkamer. Karel heeft het café geërfd van zijn vader, die ruim vijftig jaar de scepter heeft gezwaaid. Het portret van vader Dirk Canard heeft daarom een prominente plaats in de kamer gevonden. Karel houdt het iedere dag in ere. De zaken gaan redelijk goed, zeker ’s zomers wanneer tal van fietsers hun welverdiende rust bij Karel en Clara besteden. In de winter is het rustig. De wat afgelegen ligging is hier debet aan, maar ook de behoefte van Karel en Clara om tijd aan hun hobby te besteden. Er zijn veel avonden waarop Catootje de deur op slot moet doen. Gezellig dat ze het dan hebben!

Gesprek tussen Karel en Dirk

Karel Zo pa, tijd voor je afstofbeurt.
Dirk Dat werd tijd, jongen. Je bemoeit je bijna niet meer met me.
Karel Kom, kom, pa. Ik besteed elk vrij moment aan je.
Dirk Het is maar wat je vrije momenten noemt. Jouw prioriteiten liggen niet bij mij.
Karel Hoezo?
Dirk Nou, tegenwoordig ben je alleen maar met je kaarten in de weer. Je gaat zelfs zo zitten, dat ik niet met je mee kan kijken. Moet ik me met de rug van Clara tevreden stellen.
Karel Met die rug is niets mis!
Dirk Ja, begin maar over iets anders.
Karel Eh, eh? Jij begon over Clara.
Dirk Waar hadden we het over?

Vader en zoon 

Karel schraapt zijn branderige keel. Vervelend dat hij al zo vroeg wakker is geworden. Nog vervelender is het dat Clara hem uit bed heeft gewerkt, omdat mevrouw niet slapen kan van zijn geblaf. Nou ja, hij zou zijn tijd maar eens nuttig besteden. Het was alweer een tijd geleden dat hij zijn vader had schoongemaakt. De oude Dirk zal dat wel weer niet leuk hebben gevonden.Zuchtend trekt hij een doek onder de toog vandaan. Dan wendt hij zich tot het portret. “Zo pa, tijd voor je afstofbeurt”. Benieuwd of pa nog zal reageren, denkt Karel. Voorzichtig beweegt hij de doek over het glas. Dan hoort hij de bekende raspende stem. “Dat werd tijd jongen. Besta ik nog wel voor je”? Karel schudt zijn hoofd en gaat door met vegen. “Natuurlijk besta je nog voor me. Elk vrij moment besteed ik aan je. Jij hebt hier niets te klagen”. Een tijdlang is alleen het vegen van de doek en het gesteun van Karel te horen. Tevreden kijkt hij naar het portret. Pa glimt weer. “Jongen, je valt me tegen. Wat jij vrij noemt, noem ik nog niet vrij”. Dit soort gesprekken heeft hij altijd met zijn vader. Zelfs nu er alleen nog maar een portret van hem is, wil hij alle aandacht. Mooi niet! Zijn aandacht is er nu ook voor zijn kaarten en voor Clara en hun Catootje. “Wat zeg je, pa? Zie je tegenwoordig alleen nog maar de rug van Clara? Met die rug is toch niets mis”? Je begint over iets anders, bromt Dirk.

Gepubliceerd door

Chris Arts

Sinds ik gestopt ben met betaald werken heb ik de tijd om me met andere leuke dingen bezig te houden. Een van de dingen, die ik graag doe is schrijven. Het is wel zo dat ik dat mijn hele leven al heb gedaan, maar dat was toch vooral juridisch, beleidsmatig of organisatorisch. Natuurlijk was en ben ik ook van de vakantiedagboeken en sinterklaasgedichtjes. Nu wil ik dus proberen mijn taal op een andere manier te gebruiken. In 1945 ben ik in Amsterdam geboren. Dat is de stad van mijn jeugd, de stad waar ik mijn Olga heb ontmoet en de stad waar mijn loopbaan is begonnen. Enkhuizen en West-Friesland zijn onverbrekelijk verbonden met de geboorte van onze kinderen en een deel van hun kindertijd. De kinderen zijn uitgevlogen. We hebben kleinkinderen. Ik ben ernstig ziek geweest. Een aantal gedichten zijn in die periode tot stand gekomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.