Ontbijt

Ontbijt

Emotietijd

 

Boterham smeren

Slikken, tranen keren

 

Hoe lang heb ik dat nodig?

 

Frustratie en zorg

Die ik niet meer verborg

Niet meer verbergen kan

 

Vannacht: woorden kwamen en gingen

Meestal over zaken die samenhingen

Maar ook steeds weer de vraag om kracht

Help ons uit onze onmacht!

 

Besef

Ik lig. Het is stil op de gang.

Ik ben even wakker; weet niet hoelang.

 

Ik voel een brok in mijn keel,

Neen, het is nog niet veel.

 

Waar komt die nu vandaan?

Er is toch niets aan voorafgegaan?

 

Langzaam zak ik weer weg.

Het bed ligt wel lekker, zeg!

 

Kleuren en vormen trekken voorbij.

Ik voel weer zo’n snik diep in mij.

 

Nu dringt het toch wel door,

Wat ik diep van binnen hoor.

 

Je bent door het oog van de naald gekropen.

Verlamming heeft je beslopen.

Die lijkt nu wel gekeerd,

Maar het gevaar is nog niet afgeweerd.

 

Kamer 23

Vrijdagavond is niet overgekomen

Op welke kamer ik werd opgenomen.

Een bed, liggen, was mijn enige gedachte.

Verder geen idee, wat ik verwachtte.

 

Sindsdien is die kamer mijn kleine huis,

Deel van een gang in het ziekenhuis.

Een gang, die ik niet alleen mag betreden,

Want lopen zonder steun moet worden vermeden.

 

Rustpunt, start voor douche en toilet.

Is die vrij of is die bezet?

Vertrek- en eindpunt van de rit naar het bestralingsinstituut.

Ruimte voor iedere welbestede minuut.

 

Samen met Olga emoties delen.

Samen slikken soms onze kelen

Hele brokken weg

En lachen ook weer, zeg.

 

Goede dagen met onze kinderen.

De verzorgsters begrijpen, willen niet hinderen.

Het besef groeit: we zijn met zijn al

En drieëntwintig is ons geluksgetal.

 

Verhuizen

Rust wordt onrust

Vertrouwen verwarring

En ik veroorzaak het

Ik zie stralend geel en helder blauw

Mam?

Uit de geest verrijst een tijd, lang geleden

IJl is het beeld, dun, soms helder

Blauw, geel

Vlagen van geluk, voelen van verdriet

Ouder krijgt de tijd substantie

Jeugd, geloof, werk, liefde

Hart wordt het hart 

Zoveel herinnering, zoveel pijn

Ieder voorwerp, iedere plaats

Soms in het zicht, soms weggestopt 

Helder geel, stralend blauw

Ik raak aan

Mam, je moet verder gaan 

Een glimp verheldert

Voor de kinderen

Even buurvrouw vragen

Katz & Maus

Riten

Een ster pinkelt in de verte. De maan, rond, lacht vol. Mensen horen niet. Zij slapen. Alles behoort de dieren. Wie weet de weg? Een hulplijn is gespannen, voor Felix te licht. Een muisje volgt het spoor, het bibberend lijfje verstrengeld. Wankel en vast roept het Felix tot de ster en de maan.Verblind volgt hij de roep. Zoekt het volgen. Volgt de hulp. Omhoog, omlaag. Rechtsom, linksom. De pittige geur van muizendrolletjes bemoedigt.

Samen op een gouden plek. Samen glanzend. Samen dansend op onaardse muziek met ontelbare broers en zussen tot de mensen ontwaken.

Katz&Maus

De mens slaapt

Gespannen hulp

Geen begin, geen eind

Voert in de pinkelende verte

Verblind volgt de hulp

Zoekt het volgen

Van de verstrengelde roep

 Ontelbaren dansen

Ontelbaren glanzen

Op de gouden plek