Riten
Een ster pinkelt in de verte. De maan, rond, lacht vol. Mensen horen niet. Zij slapen. Alles behoort de dieren. Wie weet de weg? Een hulplijn is gespannen, voor Felix te licht. Een muisje volgt het spoor, het bibberend lijfje verstrengeld. Wankel en vast roept het Felix tot de ster en de maan.Verblind volgt hij de roep. Zoekt het volgen. Volgt de hulp. Omhoog, omlaag. Rechtsom, linksom. De pittige geur van muizendrolletjes bemoedigt.
Samen op een gouden plek. Samen glanzend. Samen dansend op onaardse muziek met ontelbare broers en zussen tot de mensen ontwaken.
De mens slaapt
Gespannen hulp
Geen begin, geen eind
Voert in de pinkelende verte
Verblind volgt de hulp
Zoekt het volgen
Van de verstrengelde roep
Ontelbaren dansen
Ontelbaren glanzen
Op de gouden plek